RITMISCHE GYMNASTIEK ELEGANTIA
  • Welkom
  • info
  • Nieuws
  • contact
  • Folder seizoen 24-25
  • INSCHRIJVINGEN
  • Gratis proeflessen
  • Inschrijfformulieren
  • Wat?
  • training
  • activiteiten
    • activiteitenplanning
    • activiteitenfoto's >
      • Gym- en dansoptreden 2025
      • Gym- en dansoptreden 2024
      • Ritmiek 2-daagse 2023
      • 5-daagse stage 2023
      • 2-daagse zomerstage 2021
      • 2-daagse zomerstage 2019
      • Ritmiek 2-daagse 2022
      • turnshow 2019
      • turnshow 2018
      • Outer en Heerd voorstelling
      • Hegge 2017
      • turnkamp dag 6
      • turnkamp dag 5
      • turnkamp dag 4
      • turnkamp dag 3
      • turnkamp dag 2
      • turnkamp dag 1
  • wedstrijd
    • wedstrijdplanning
    • wedstrijdfoto's >
      • Eastercup Bree 2024
      • Hillywoodcup Nederland
      • Lentetornooi 2023
      • Lentetornooi 2022
      • internationaal tornooi Aalsmeer 23/11
      • Provinciale voorronde + 13j 2025 Lille
  • recreatief
    • foto's >
      • Lille
  • GDPR
  • API

wat is ritmische gymnastiek?

Ritmische gymnastiek is een combinatie van lichaamstechnieken en tuigentechnieken en wordt geturnd op muziek.
De lichaamstechnieken omvatten sprongen, evenwichtselementen, draaien (of pivots) en lenigheidselementen. De basis hiervan komt uit het klassiek ballet.
Lenigheid, sprongkracht, snelkracht, tuigenbehendigheid en expressie zijn de belangrijkste vaardigheden.
In de Ritmische Gymnastiek wordt gewerkt met vijf verschillende tuigen: touw, hoepel, bal, knotsen en lint. Ook bij het kleuterturnen wordt reeds van deze materialen gebruik gemaakt.

  • HOEPEL
De hoepel, die minstens 300 gram moet wegen, is van hout of niet-vervormbare plastic en heeft een binnendiameter van 80 tot 90 cm.
De typische tuigentechnieken van de hoepel zijn het rollen over de grond of over het lichaam, het omkreitsen van een hand of van een ander lichaamsdeel, het werpen en vangen, en de passages door of over de hoepel. Verdere manipulaties zijn het zwaaien, het kreitsen en de achtbewegingen. Deze tuigentechnieken worden gecombineerd met een evenwichtige verdeling van alle lichaamstechnieken, namelijk met sprongen, draaien, evenwichtselementen en lenigheidelementen. Tijdens een hoepeloefening moet men een variatie zien bij het hanteren van het tuig op verschillende hoogtes, in verschillende vlakken en richtingen. Omdat de hoepel een groot tuig is moet men de techniek goed beheersen zodat hij niet uit zijn vlak gaat, en zodat hij niet vibreert tijdens het rollen of in de lucht bij het werpen.
  • BAL
De bal is vervaardigd van rubber of van synthetisch materiaal, heeft een diameter van 18 tot 20 cm en weegt met haar 400 gram meer dan we denken. De baltechnieken worden vooral gecombineerd met lenigheidelementen en rompbewegingen. De belangrijkste technieken met de bal zijn het botsen, het werpen en vangen, en het rollen over de grond of over het lichaam. Verdere balmanipulaties bestaan vooral uit armbewegingen zoals het zwaaien, het kreitsen en achtbewegingen, terwijl de bal haar evenwicht op de hand moet behouden. Daarnaast kan men de bal ook nog laten roteren. Traditioneel wordt de bal als een elegant en "poëtisch" tuig beschouwd. Ze moet gedurende heel de oefening ontspannen in de hand worden gehouden zonder klemming tegen de pols, noch genepen of gegrepen worden tussen de vingers. De bewegingen met de bal moeten steeds ontspannen en sensueel worden uitgevoerd.
  • KNOTSEN
De knotsen, die van hout of synthetische materiaal vervaardigd zijn en waarmee we per paar werken, meten 40 à 50 cm en wegen minstens 150 gram per stuk. In een knotsoefening zal overwegend met evenwichtselementen worden gecombineerd, terwijl de typische knotselementen bestaan uit molentjes, handkreitsen, werpen en vangen, en de tikelementen. Verdere manipulaties zijn het zwaaien en kreitsen met de armen en de achtbewegingen, waarbij de knotsen telkens mooi in het verlengde van de armen moeten gehouden worden. Omdat we met twee knotsen werken, zullen we ook asymmetrische bewegingen moeten uitvoeren. Wie een beetje handig is, kan met de knotsen tal van speelse trucjes ofwel gelijkmatig zoals de wijzers van een horloge ofwel alternerend uitvoeren. Werken op verschillende ritmes vergt een sterke psychomotorische coördinatie. Wie echter tweehandig is, heeft met dit tuig een voorsprong op zijn concurrenten.
  • TOUW
Het touw is van hennep of van een synthetisch materiaal vervaardigd en voelt licht en soepel aan. De lengte van het touw wordt aangepast aan de lichaamslengte van de gymnast. Het touw is een tuig dat vraagt om gecombineerd te worden met dynamische lichaamselementen zoals sprongen. Hiervoor moet men veel oefenen op sprongkracht en snelkracht.
Doorslagen, werpen en vangen, en het lossen en weer opvangen van een uiteinde zijn de typische technische tuigenbewegingen voor het touw. Verdere manipulaties zijn het zwaaien, het kreitsen, achtbewegingen en golfbewegingen (slangen en spiralen). De vorm of de tekening van het touw moet gedurende heel de oefening duidelijk herkenbaar zijn en mag niet vervormd worden. Daarom moet de gymnast heel behendig zijn en over een goede coördinatie beschikken.
  • LINT
Het lint is van satijn of van een niet gesteven afgeleide ervan, heeft een minimale lengte van 6 meter en een breedte van 4 tot 6 cm en weegt niet meer dan 35 gram. Het stokje is niet dikker dan 1 cm, heeft een lengte van 50 tot 60 cm en bestaat meestal uit hout, bamboe, plastic of glasvezel. Een lintoefening zal vooral gekenmerkt worden door draaien en pivots als lichaamselement. De belangrijkste tuigentechnieken van het lint zijn de slangen en spiralen, het werpen en vangen, en het lossen en terug opvangen. Daarnaast heeft men nog manipulaties zoals zwaaien, kreitsen en achtbewegingen, die uitgevoerd worden met de volledige arm.
De tekeningen met het lint moeten tegelijk duidelijk, groot, vloeiend en sierlijk worden uitgevoerd. Bij het werpen moet het lange lint volledig van de grond komen. De vormen die getekend worden gebeuren steeds in de ruimte. Een goed uitgevoerde lintoefening is strelend voor het oog en bijgevolg het meest geliefde tuig bij het publiek. Door de lengte van dit tuig zijn coördinatie en kracht in schouder, armen en pols een noodzaak. Bij een minder goede beheersing van de techniek is knoopvorming een vervelend kwaad, wat het werken met lint vaak minder geliefd maakt bij de gymnasten.
Powered by Create your own unique website with customizable templates.